Tegen het jaar 2016 wordt in Oost-Europa anders aangekeken dan in Nederland of een ander West-Europees land. In veel Oost-Europese landen is 2016 het jaar dat wordt herdacht dat 50 jaar geleden twee grote opstanden plaatsvonden tegen de overheersing van de communisten.

Affiche met uitnodiging voor de conferentie in het Europarlement in Brussel.

In juni 1956 was er de opstand in het Poolse Poznan, in oktober 1956 was er de Hongaarse opstand. Beide waren een reactie op de dood van Josef Stalin in 1953 en op de iets minder sterke repressie sindsdien. Het schiep de hoop dat er een weg mogelijk was naar echte vrijheid en democratie.

Zulke hervormingen waren echter niet toegestaan. De opstanden in Poznan en Hongarije werden met grof militair geweld neergeslagen. In Polen kon het communistische regime het zelf aan, al stonden Russische legers paraat aan de grens. In Hongarije riep het communistische bewind in Boedapest de hulp in van het Rode Leger. Duizenden mensen werden gedood gedurende de twee maanden die nodig waren om alle verzet te breken.

In Oost-Duitsland was er in 1953 al een beperkte opstand geweest tegen het communistische bewind. Die opstand werd rap neergeslagen. In 1956 leiden de opstanden in Polen en Hongarije ook in bijvoorbeeld Oost-Duitsland en Tsjecho-Slowakije tot studentenprotesten. Ook die werden rap de kop ingedrukt.

In Oost-Duitsland kregen protesterende studenten jarenlange gevangenisstraffen, zo vertelde een van de deelnemers van toen op een herdenkingssymposium in het Europees Parlement. In Tsjechië was het regime iets minder streng, maar ook daar werd protest niet getolereerd.

Met name in Hongarije was de teleurstelling groot. De opstand werd breed gedragen in alle lagen van de bevolking, zo vertelde historica Rega Földvaryne-Kiss. Velen hoopten ook dat het westen de Hongaren te hulp zou komen. Dat gebeurde echter niet. De Hongaren zaten opgesloten in de ring van bufferstaten die de Sovjet-Unie om zich heen had gecreëerd. Daar was niet aan te morren.

Het symposium in het Europees Parlement was georganiseerd door het Platform of European Memory and Conscience en het Hongaarse Comité voor Nationale Herinnering.